Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
A

A

Samenvatting SFDR Duurzaamheidsinformatie

Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers belegt in één of meerdere beleggingsinstellingen en -mandaten die ecologische of sociale kenmerken promoten. Hiermee classificeert deze Pensioenregeling als artikel 8 onder SFDR. Meer duurzaamheidsinformatie over de Pensioenregeling is te vinden per rubriek.

Geen duurzame beleggingsdoelstelling

Deze Pensioenregeling promoot ecologische en/of sociale kenmerken, maar heeft geen duurzame beleggingsdoelstelling. De Pensioenregeling houdt via de MVB-instrumenten (het uitsluitingsbeleid, ESG-integratie, doelinvesteringen en engagement) rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren.

Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product

De ecologische en/of sociale kenmerken van de Pensioenregeling zijn:

  • ESG-integratie
  • CO2-reductie

Beleggingsstrategie

Het Pensioenfonds heeft de volgende beleggingsbeginselen:

1. De pensioenverplichtingen zijn bepalend voor de wijze van beleggen: het fonds is een lange termijn belegger.

2. Maatschappelijk verantwoord beleggen is belangrijk, maar dient wel bij te dragen aan de doelstelling van het pensioenfonds.

3. Het strategische beleggingsbeleid is de belangrijkste keuze in relatie tot het rendement en risico.

4. Kosten zijn belangrijk. Daarom moeten ze inzichtelijk zijn.

5. Het beleggingsbeleid moet uitlegbaar zijn.

6. Risico vereist een extra rendement.

7. Diversificatie over beleggingscategorieën voegt waarde toe door het verbeteren van de risico/rendementsverhouding.

8. Het pensioenfonds belegt actief, als er ruimte is om waarde toe te voegen met een actieve invulling.

9. Een professionele organisatie voegt waarde toe.

Zie voor een toelichting de beleggingsovertuigingen op onze website https://www.spoa.nl/files/1911...

De Pensioenregeling heeft geen eigen criteria ten aanzien van goed bestuur. Echter, voor dat deel van de onderliggende beleggingen (mandaten en beleggingsinstellingen) die als artikel 8 zijn geclassificeerd geldt het goed bestuur criterium van de relevante vermogensbeheerder.

Daarbij wordt minimaal gekeken naar wettelijke vereisten op het gebied van:

goede managementstructuren;

betrekkingen met werknemers;

beloning van het betrokken personeel;

naleving van de belastingwetgeving.

Aandeel beleggingen

Minimaal 5,3%van de beleggingen zal behoren tot de categorie #1 In lijn met E/S-kenmerken. Maximaal 94,7% van de beleggingen zal in de categorie #2 Overig vallen en bestaat uit onder andere cash en geldmarktinstrumenten. De #1-beleggingen houden geen rekening met de EU-taxonomiecriteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten (Categorie #1A). Voor meer informatie over categorisering, zie de rubriek ‘Aandeel beleggingen’.

Monitoring van ecologische of sociale kenmerken

Om te bepalen of de Pensioenregeling voldoet aan de ecologische of sociale kenmerken, wordt per kenmerk gekeken naar een relevante duurzaamheidsindicator. Per kenmerk wordt zo gemeten of aan de gepromote ecologische of sociale kenmerken wordt voldaan. De monitoring vindt plaats over de volledige levensduur van de Pensioenregeling. Voor meer informatie over de duurzaamheidsindicatoren zie de rubriek ‘Monitoring van ecologische of sociale kenmerken’.

Methodologieën

Om te meten hoe de Pensioenregeling de gepromote ecologische of sociale kenmerken behaalt, is per kenmerk een uitgebreide methodologie opgesteld. Voor iedere methodologie vinden vanuit gevalideerde databronnen door middel van externe raamwerken de metingen plaats. Voor meer informatie over de methodologieën: zie de rubriek ‘Methodologieën’.

Databronnen en -verwerking

De Pensioenregeling gebruikt externe gegevens als input voor onze duurzame rapportageprocessen. Onze voorkeur gaat uit naar gestandaardiseerde gegevens waar mogelijk, zoals gegevens van onafhankelijke onderzoeksbureaus ISS ESG en MSCI. De gegevens van de geselecteerde externe onafhankelijke onderzoeksbureaus (dataproviders) zijn in de meeste gevallen leidend bij het toepassen van ESG-integratie. We onderzoeken de gegevenskwaliteit van elke dataprovider tijdens de due diligence beoordelingen in het selectieproces van de dataprovider.

Methodologische en databeperkingen

Het pensioenfonds kent enkele beperkingen aan de gehanteerde methodologie en gegevensverwerking:

  • Beperkingen aan CO2-gegevens
  • Beperkingen aan ESG-ratings.

De methodologische en databeperkingen worden verder toegelicht in de rubriek ‘Methodologische en databeperkingen’.

Due diligence

Due diligence is er op gericht om de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren vast te stellen, te prioriteren en analyseren. Dit betreft de negatieve impact voor de samenleving en het milieu in zowel de beleggingsportefeuille als bij potentiële beleggingen. SPOA weegt verschillende ESG-criteria mee bij haar investeringsbeslissingen. Maar we wegen niet specifiek mee wat de ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen zijn op de duurzaamheidsfactoren zoals gedefinieerd in de SFDR.

Engagementbeleid

De pensioenregeling belegt een groot deel van het vermogen via beleggingsfondsen die beheerd worden door gespecialiseerde vermogensbeheerders. Omdat wij participant zijn in deze beleggingsfondsen en geen juridisch eigenaar van de aandelen die het beleggingsfonds aanhoudt, kunnen wij geen eigen stembeleid toepassen. Het stembeleid van de vermogensbeheerder is dan ook van toepassing op deze beleggingen. Ook voor het voeren van dialoog met ondernemingen valt onder het engagementsbeleid van deze vermogensbeheerders en wordt door hen verzorgd.

Aangewezen referentiebenchmark

Er is geen alomvattende referentiebenchmark op het niveau van de pensioenregeling om te bepalen of deze is afgestemd op de ecologische en/of sociale kenmerken die het promoot. Hiermee is deze rubriek niet van toepassing.

Artikel 4 SFDR opt-out verklaring

Op grond van Europese wetgeving( SFDR) dient een pensioenfonds aan te geven of zij de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren meeneemt. SPOA kiest voor de opt-out mogelijkheid ten aanzien van artikel 4 van SFDR, wat betekent dat SPOA geen rekening houdt met de belangrijkste ongunstige effecten in de zin van artikel 4.

SPOA weegt verschillende ESG-criteria mee bij haar investeringsbeslissingen. Maar we wegen niet specifiek mee wat de ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen zijn op de duurzaamheidsfactoren zoals gedefinieerd in SFDR. We hebben hiervoor de volgende redenen:

  • Allereerst hebben we gekozen voor het hanteren van bepaalde ESG-criteria als maatstaf voor impact op duurzaamheidsfactoren die aansluiten bij de visie van het pensioenfonds en beroepsvereniging en deelnemers. We volgen hierin dus niet exact de door SFDR gedefinieerde indicatoren.
  • Ten tweede zouden er significante aanpassingen gemaakt moeten worden in het MVB- beleid en uitvoering daarvan wanneer wij verklaren wel rekening te houden met de belangrijkste ongunstige effecten in de zin van artikel 4 SFDR.
  • Daarnaast geldt voor pensioenfondsen die ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren meewegen, dat zij ook over een groot aantal indicatoren moeten rapporteren. Het fonds is daarbij ook afhankelijk van de gegevens over ongunstige effecten die de vermogensbeheerders kunnen aanbieden. Dit leidt tot extra arbeidsintensieve en kostbare rapportages. Dit sluit niet aan bij de doelstelling van het pensioenfonds om de kosten die hierbij horen, te willen beheersen.

SPOA overweegt periodiek of zij gebruik wil blijven maken van de opt-out mogelijkheid ten aanzien van artikel 4 SFDR.